Atlas der Neederlanden

Werk in Uitvoering

zondag 8 mei 2011

In de vouw


In de vouw van deze kaart is de inkt van de ene kant vastgeplakt aan de andere kant. Bij het openslaan is het losgescheurd. Dit is waarschijnlijk zo'n 200 jaar geleden gebeurd, bij het inplakken van de kaarten in de band. De boekbinder heeft waarschijnlijk te veel, of te natte lijm gebruikt.


Op de kaart is indertijd een vernis of gelatine aangebracht om het oppervlak een mooie glans te geven. Toen de kaart werd dichtgevouwen is de gelatine met de inkt aan de ene kant bij de vouw vastgeplakt aan de gelatine aan de andere kant van de vouw. En toen de kaart later weer werd opengeslagen is de inkt aan een zijde los van het papier gescheurd.


Achterkant van de kaart: de pijl geeft aan waar de kaart aan de strook is vastgeplakt. Het vocht is door het papier heen getrokken.


Hier is te zien hoe de beschadiging gedeeltelijk gerestaureerd is. Onder (aangegeven door de roze pijlen) is het losgescheurde stukje losgeweekt en weer op de goede plek gezet. Boven (bij de blauwgroene pijlen) de toestand vóór restauratie.

woensdag 4 mei 2011

Even rechtzetten



In een vorig blog bijdrage gebruikte ik de term 'uit grootmoeders tijd' in verband met het gebruik van stijfsel als lijm bij het restaureren van scheuren. Als leek vond ik het grappig dat er geen super-moderne-sophisticated-hi-tec materialen werd gebruikt, maar iets waarmee mijn oma nog de overhemdboorden mee verstevigde.

Deze opmerking schoot de restauratoren echter een beetje in het verkeerde keelgat. De buitenwereld koestert bij papierrestauratie toch al vaak het totaal misplaatste, romantisch beeld van een leuk ambachtelijk beroepje waar men er - als ware het een fröbelschooltje - vrolijk op los knipt en plakt.

Niets is minder waar.

De afgelopen 25 jaar heeft de kwaliteit van de opleiding en de status van de restaurator juist een enorme progressie doorgemaakt. De generalisten van toen hebben plaatsgemaakt voor de specialisten van nu. En dat zijn mensen die hun vak wetenschappelijk benaderen. Papier restaurator Nicole van der Sterren van Lingbeek Papierrestauratie - speciaal ingehuurd voor het werk aan de Atlas - vertelt dat het accurater is om te stellen dat het met plakband werken iets uit grootmoeders tijd is.

Bij een restauratie kom je er na een aantal jaren altijd achter of een methode geschikt is - en dat wordt ook nauwlettend in de gaten gehouden. Het plakband lijkt even prima, maar het laat na 5 of 10 jaar los omdat de lijm in het papier trekt (of: migreert) en daar voor een geelbruine verkleuring zorgt. Die de restaurator er dan weer uit moet zien te halen. Restauratoren zijn in de loop der jaren steeds voorzichtiger en conservatiever geworden in hun werk.

In Frankrijk werd bijvoorbeeld vroeger vaak linnen achter het papier geplakt om het te verstevigen. Maar het linnen krimpt iets in de loop der tijd, terwijl het papier juist de neiging heeft om wat uit te zetten. De spanning die zo tussen beide lagen ontstaat, heeft scheurtjes als gevolg. Het werkt, en daarom werkt het niet.

De huidige keuze (voor Japans papier en stijfsel) is een methode die al honderden jaren oud is - hier kunnen we beter over bet-bet-bet-bet-bet-overgrootmoeders tijd spreken. Maar die keuze viel na uitgebreid onderzoek van heel veel materialen. De Japanse methode kwam daarbij als beste uit de bus: de reparatie is reversibel, want je kunt het aanbrengen, maar ook weer weghalen, zonder dat het oorspronkelijke papier daaronder lijdt. Zowel papier als lijm zijn is elastisch genoeg om mee te geven met de werking van het papier.

Dat er over iets ogenschijnlijk simpels als stijfsel heel goed wordt nagedacht, blijkt onder meer uit dit artikel.

Zo uitgebreid heeft mijn grootmoeder dat niet onderzocht.

maandag 2 mei 2011

Deel 1 klaar om gescand te worden.



Conservator Jan Werner meldt dat deel 1 van de Atlas der Neederlanden is gerestaureerd (de kaarten, de band komt later) en binnenkort naar de firma Pictura Imaginis in Heiloo gestuurd zal worden om op hoge resolutie gescand te worden, als proef. Pictura is een topbedrijf op het gebied van digitalisering en het toegankelijk maken van gedigitaliseerde beelden. De ervaringen die men opdoet met het scannen van de kaarten van dit deel, zullen waarschijnlijk goed van pas komen bij het scannen van latere delen, die soms kaarten hebben met meer vouwen, of waarvan de band in een slechtere conditie is.

De scans gaan gebruikt worden voor de productie van de facsimile van de Atlas. Bovendien kunnen geïnteresseerden de kaarten van De Atlas in de toekomst tot in detail raadplegen - ons erfgoed wordt toegankelijk gemaakt, zonder dat de originelen daaronder te lijden hebben.

Nog even over deel 1: de (van oorsprong losse) kaarten zijn geplakt op stroken, die op hun beurt zijn ingebonden in de band. In deel 1kwamen de restauratoren twee kaarten tegen die iets meer vrijheid verdienden; zij zijn losgehaald en iets verder op de bestaande strook gezet konden worden. Ze steken nu dus iets verder uit, en kunnen makkelijker bekeken worden. En bovendien valt de band daar nu veel gemakkelijker open.

De restauratie van de vier volgende delen is in volle gang en nog steeds is de verwachting dat de (papier-)restauratie van het geheel binnen enkele maanden voltooid zal zijn.

Scheuren plakken


Waar beschadigingen of scheurtjes zijn, wordt ter versteviging extra papier geplakt op de achterkant van de kaarten. Het papier dat daarbij gebruikt wordt, is 'kozo'; handgeschept papier van een Japanse moerbeiboom. Het is dun, wit, zuurvrij, heel sterk en uiterst flexibel.
Het papier wordt op maat gescheurd, met stijfsel bestreken en aangebracht op de achterkant van de kaart. Daarna wordt het zorgvuldig aangedrukt. Wanneer het weer droog is, kan het stuk dat over de rand heen komt worden weggeknipt. Omdat het op de achterkant van de kaart wordt aangebracht, wordt het niet geverfd in de kleur van het papier van de kaart.
Boekrestaurator Nicole houdt elke restauratie in een apart boek bij.

Gladstrijken


Valse vouwen worden met een klein strijkijzertje gladgestreken. Tussen het strijkijzer en de vouw zit een wit papier, ter bescherming van de kaart.

Lijm


De lijm die wordt gebruikt om scheuren te plakken wordt gemaakt van tarwestijfselpoeder. Iedere restaurateur maakt de lijm op zijn eigen manier. Je koopt het in poedervorm en verwarmt het met water in een sauspan of saucier (ook heel geschikt voor het maken van een béchamelsaus).
De wittige blob in het bakje rechts op de foto boven is het resultaat.
Het wordt met een penseel op het papier aangebracht.

Poetsen



Het poetsen schiet enorm op - de meeste delen van de Atlas zijn inmiddels droog gereinigd. Jean-Marieke Poot kwast na al het gummen de bladen van deel vijf schoon. Hierna is dit deel klaar voor kleine reparaties.
Na het repareren van scheuren en gladstrijken van valse vouwen kan het dan naar de firma Pictura in Heiloo. Daar worden alle kaarten op hoge resolutie gescand.
De restauratie van de kwetsbare banden vindt pas plaats als de digitalisering klaar is. Dan worden eventuele beschadigingen die tijdens dat proces zijn opgetreden meteen mee-gerestaureerd.